Generaties in de (af)bouw

In dit artikel behandelen we een aantal thema’s die te maken hebben met duurzaamheid. We vroegen meerdere ondernemers hoe zij naar die thema’s kijken en hoe hun bedrijf bijdraagt aan een duurzamere bouw. De teksten zijn samengesteld uit hun antwoorden. Dit artikel is een vervolg op een post over de (voor)oordelen van Gen-Z over de (af)bouw.  

De waarden van Gen-Z 
Gen-Z heeft een paar vooroordelen bij de bouw. Uit onderzoeken blijkt dat ze ook erg letten op duurzaamheid als thema bij het zoeken naar een werkgever. Daarom beginnen we met de vraag of de ondernemers dat merken bij sollicitaties. Het antwoord is opvallend en kort: nee.  

Een logische vervolgvraag is of ze iets merken van de verschillen in generaties als het om bouwen en afbouwen gaat. De antwoorden daarop lopen uiteen. Sommigen vinden dat iedereen er hetzelfde in zou moeten staan: de aarde is immers van ons allemaal. Anderen merken wel dat de oudere generaties meer kijken naar de prijs en nieuwe materialen en methoden er vaak van verdenken dat ze duur zijn. Er valt volgens de ondernemers winst te behalen in meer samenwerking en betere processen. Er is overeenstemming over het belang van communicatie en overleg tussen alle partijen in de keten, ongeacht leeftijd of discipline.    

Kijk op duurzaamheid 
Zoals veel andere ondernemers die wij spreken, zoeken ook zij volop naar de balans tussen duurzaamheid en hun bedrijfsvoering. De materialen en de bronnen erachter zijn niet onuitputtelijk. Dat besef leeft zeker, maar tegelijkertijd zien ze ook dat echt duurzame materialen en producten, vergeleken met hun ‘grijze’ tegenhangers, te duur zijn. Dat levert soms wat spanning op, met name omdat opdrachtgevers wel meer gaan letten op duurzaamheid en de certificeringen die daarbij horen. Als ze hun productaanbod voor een te groot deel duurzaam zouden maken, prijzen ze zichzelf uit de markt.  

Ze zien dat veel klanten om die reden uiteindelijk toch kiezen voor de niet-duurzame varianten. “Blijkbaar blijft geld voor de mens belangrijker dan duurzaamheid en het klimaat.” merkt één van hen op. Een oplossing die ze aandragen is om minder zwart-wit of ‘grijs-groen’ te denken en in stappen naar volledige duurzaamheid te werken. Een ander probleem dat ze zien is greenwashing, waarbij producten groener worden gepresenteerd dan ze in werkelijkheid zijn. Dat vertroebelt een helder beeld van de mogelijkheden. Aan dit probleem hebben wij ook al een post gewijd.  

Wat doen jullie om duurzamer te werken?  
De meest genoemde acties zijn besparen op transportbewegingen, het beperken van afval, helpen bij het scheiden en retourneren van afval en materialen op maat aanbieden om afval al voor het gebruik te beperken.

Het beperken van de transportbewegingen is niet altijd makkelijk omdat je afhankelijk bent van de planning van klanten en je niet altijd al je materialen in dezelfde rit kunt meenemen. Bij het beperken en verwerken van afval worden een aantal ondernemers al geholpen door hun leveranciers, maar daarin missen ze uniformiteit. Een voorbeeld: de verzamelzakken van Leverancier X zijn eigenlijk te zwak voor hun taak waardoor leverancier Y de voorkeur krijgt.  

Ook nemen ze intern maatregelen en sporen ze medewerkers aan om duurzaam te werken en denken. Al zijn enkelen ook eerlijk over het feit dat ze daarmee ook kosten besparen. Als manieren om duurzaam met mensen om te gaan, worden fietsplannen en sportschool-abonnementen genoemd.

En de branche? 
Als ze zichzelf vergelijken met branchegenoten, zien ze in de grote lijnen vooral verschillen in de methodiek. Sommige bedrijven lijken wat moeite te hebben om hun processen en planningen aan te passen. Eén bedrijf gaat naar eigen zeggen verder dan de mores in de markt. Zij bieden bijvoorbeeld eigen opslagmiddelen om ervoor te zorgen dat poreuze materialen droog en herbruikbaar blijven.  
 
Frustraties 
De ondernemers zien genoeg zaken die ze willen veranderen. Alleen kan dat nu nog niet. Of het kan wel, maar het is te onrealistisch om het ook echt te doen. Het precies op tijd (JIT) aanleveren van materiaal is een goed voorbeeld. Soms moet je gewoon de dag ervoor in de middag leveren omdat het materiaal de volgende ochtend al vroeg nodig is op de bouw. Ook de onduidelijkheden over normen en afspraken frustreert. Zo is onduidelijk wanneer je een vrachtwagen nou echt vol mag noemen en worden recycle-middelen niet altijd tegelijk met de producten geleverd.   

De obstakels voor echte verandering liggen volgens hen vooral bij leveranciers. Hun informatievoorziening loopt achter en protocollen, productdetails en retourprocedures werken efficiency en daarmee duurzaamheid niet bepaald in de hand. Ook hier mist uniformiteit. Vrijwel elke leverancier heeft zijn eigen manier van communiceren en werken. Zo is bijvoorbeeld nog te vaak onduidelijk voor hoeveel CO2 een product nou echt zorgt.   

Wat gaat er goed? 
Uiteraard is het niet alleen maar kommer en kwel. Als positieve ontwikkelingen zien ze een toenemende interesse voor prefab materiaal en constructies. Andere eervolle vermeldingen zijn er voor het vervangen van diesel door HVO-brandstof en het elektrificeren van machines, zoals de Kooiaap.  

Misvattingen en blinde vlekken 
Het valt een aantal ondernemers op dat we als branche bij het beperken van CO2-uitstoot kijken bedrijven naar transportbewegingen. Intern transport, zoals hijsen, blijft daarentegen buiten schot. Een andere gemiste kans die wordt genoemd: de focus op het product en de bijbehorende eigenschappen. Terwijl de faalkosten niet in beeld komen. Het is volgens hen een probleem dat niet exclusief is voor de afbouw, met als voorbeeld: de hoeveelheden ijzerwaren, schroeven en spijkers die op bouwplaatsen verspreid liggen.  

De toekomst 
De ondernemers zien volop kansen, met name in samenwerking tussen fabrikanten, handelaars en afbouwbedrijven. Tegelijkertijd verwachten ze dat de kloof tussen duurzame en conventionele afbouwers sterk zal blijven groeien.

Eén van hen merkt op dat de overheid hierin sturend moet gaan worden. De redenering daarachter is dat er geen bedrijven het voortouw zullen nemen uit angst dat anderen hen zullen kopiëren.  

Conclusie 
De grootste obstakels lijken de prijs van duurzame alternatieven, de onduidelijkheid over conventies en afspraken en het gebrek aan initiatief en onderlinge samenwerking te zijn. De grote vraag is of wetgeving hier de wal gaat zijn die het schip keert of dat de branche, al dan niet onder druk van opdrachtgevers, zelf het voortouw gaat nemen om duurzaamheid in de bouw echt belangrijk en onvermijdelijk te maken.   
 

Door op 'Alles accepteren' te klikken, stemt u ermee in dat we informatie over u mogen verzamelen voor verschillende doeleinden, waaronder: Functionaliteit, Statistieken en Marketing